3 januari 2025

Op pad met Pleuni, verpleegkundige bij Thebe Elisabeth

Pleuni Heessels (33) werkt al bij Woonzorgcentrum Thebe Elisabeth sinds haar achttiende. Inmiddels is het een vaste plek in haar leven én in haar hart. Als verpleegkundige voor jongeren met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) wil Pleuni zorgen voor een fijn thuis. Ze zorgt dat bewoners zich gehoord voelen, hun verhaal kwijt kunnen en een keer kunnen lachen. Dát maakt haar werk zo waardevol. 

Pleuni pakt een mok koffie en gaat zitten. “Elke dag is anders, hier in Goirle”, vertelt ze vlot. Net zo divers als de bewoners. “De één is beperkt in zijn bewegen, zit in een rolstoel en wordt helemaal verzorgd. Een ander kan veel zelf, maar heeft meer begeleiding nodig, bijvoorbeeld bij het klaarleggen of opruimen van spullen.” 

En hoewel geen bewoner, maar ook geen dág hetzelfde is, zit er wel degelijk een vaste structuur in. Om te laten zien wat ze als verpleegkundige doet op een dag, neemt Pleuni ons mee op pad. En daarvoor moeten we vroeg uit de veren… 

[de tekst gaat verder onder de afbeelding]

Samen starten   

Pleuni’s dienst begint. Ze trekt haar witte Thebe-jasje aan en leest de rapportages van de bewoners. “We zitten dan met z’n vieren op kantoor en lezen op onze iPad de bijzonderheden van de afgelopen nacht,” legt Pleuni uit. “Om tien voor zeven bel ik de nachtdienst om te horen of er iets belangrijks is gebeurd dat niet in de rapportages staat. Soms is dat iets kleins, zoals een bewoner die veel wakker was.”  

Na het gesprek met de nachtdienst begint om zeven uur de dagstart. Pleuni en haar drie collega’s bespreken hoe ze zich voelen en wat er die dag op de planning staat. “We kijken bijvoorbeeld wie de artsenvisite doet of de bestellingen regelt,” vertelt ze. “Soms geeft iemand aan even een andere bewoner te willen verzorgen, omdat ze elkaar al dagen achter elkaar treffen. Dat kan een welkome afwisseling zijn, ook voor de bewoner.” 

De verzorging komt op gang 

Na de dagstart gaan Pleuni en haar collega’s de gang op. Ze hebben al afgesproken wie welke bewoner verzorgt. Pleuni begint vaak met de medicijnenronde en verzorgt daarna de bewoners die extra zorg nodig hebben. “We overleggen constant met elkaar. Als ik klaar ben met de medicijnen, help ik mijn collega met een bewoner die meer zorg nodig heeft,” zegt Pleuni. 

 Pleuni gaat daarna langs bij de vroege vogels. "We weten precies wie vroeg op wil staan en wie liever uitslaapt," vertelt ze. “De meesten begroeten je vrolijk, blij dat je er bent. Het is altijd fijn om de dag zo te beginnen." Ze vraagt vriendelijk of de bewoner al verzorgd wil worden en begint met het klaarzetten van spullen voor een scheer- of wasbeurt.  

“Sommige bewoners verzorgen zichzelf. Terwijl zij zich bijvoorbeeld scheren, pak ik alvast hun spullen voor de douche,” legt Pleuni uit. Anderen verzorgt ze volledig, van het wassen tot het aanbrengen van make-up. “ Ja, we hebben ook jonge vrouwen hier. En ik vind het belangrijk om te zorgen dat ook zij hun dag goed beginnen. Soms zitten we dan lekker te tutten.” 

Tijd voor het ontbijt 

Rond acht uur zijn de meeste bewoners klaar voor het ontbijt. “De meesten ontbijten in de huiskamer, terwijl anderen liever op hun eigen kamer eten,” vertelt Pleuni. Vaak krijgen de bewoners ook al hun medicijnen voordat ze aan tafel gaan. Het is belangrijk dat ze daarna ook snel iets eten, vooral voor degenen die maagklachten kunnen krijgen van de medicijnen.” 

Na het ontbijt nemen de bewoners de tijd om hun eigen ding te doen. Sommigen blijven in de huiskamer, anderen worden opgehaald voor een activiteit. Ze gaan bijvoorbeeld computeren, hout bewerken of een krantje lezen.  

Activiteiten en ondersteuning 

Nu de meeste bewoners hun eigen weg zijn gegaan, richt Pleuni zich op de bewoners die wat extra aandacht nodig hebben. Eén van de bewoners vindt het bijvoorbeeld fijn om de vaatwasser uit te ruimen, maar heeft daarbij wel wat begeleiding nodig. “We staan erbij en geven aanwijzingen, zodat hij het zelf kan doen. Hij vindt dat geweldig, en wij zorgen ervoor dat hij zo veel mogelijk zelfredzaam blijft.” 

Tegen half twaalf is het tijd voor pauze. Pleuni en haar collega’s lunchen samen. “Even een momentje om te ontspannen”, zegt ze. “Ik neem zelf brood mee, maar soms eten we nog een soepje bij restaurant De Leyhof, ook bij Thebe Elisabeth. Hier eten medewerkers, bewoners en hun familieleden, en ontmoeten ze elkaar.” 

Rond half één lunchen de bewoners. “Iedereen kiest zelf wat hij of zij wil eten,” zegt Pleuni. “We hebben altijd verschillende soorten beleg en soms iets extra’s. Bewoners met een dieet weten precies wat ze wel en niet mogen. Ivar, bijvoorbeeld, weet dat hij magere producten moet kiezen, maar af en toe probeert hij toch een mespuntje chocoladepasta mee te pikken”, lacht ze. 

Rust en verzorging  

Na de lunch hebben de bewoners tijd om even te rusten. “Sommige bewoners gaan naar hun kamer om een dutje te doen, anderen blijven in de huiskamer om nog wat na te praten. We helpen de bewoners die naar bed gaan met de nodige zorg, zoals het verschonen of controleren van hun katheter. Dit kan soms een uur duren, afhankelijk van hoeveel bewoners zorg nodig hebben.” 

Nu het rustig is, heeft Pleuni even tijd om wat meer te vertellen over haar werkplek. “Bij Thebe Elisabeth is er steeds meer aandacht voor cliënten met NAH+. Daardoor verschuift de zorg van somatisch naar meer gedragsmatig. Soms spelen er dingen zoals agressie, depressie of onrust. Dat maakt het werk een stuk pittiger. Lastig? Nee, zeker niet! Ik werk het liefst keihard en hou van een flinke uitdaging. En ik leer er ook veel van. Ik vind het superinteressant om voor iedere bewoner de juiste benadering te vinden. Daarvoor werken we ook veel samen met collega’s, zoals onze psychologen.” 

[de tekst gaat verder onder de afbeelding]

Ook mooie momenten opschrijven 

Terwijl de bewoners rusten, werkt Pleuni de rapportages bij. “We schrijven ook de leuke dingen op,” legt ze uit. “Dat vinden de families fijn om te lezen. Ze zien soms alleen maar problemen, terwijl er ook mooie dingen gebeuren, zoals een grapje maken of samen lachen. Die geluksmomenten probeer ik altijd vast te leggen.” 

De overdracht gebeurt rond kwart over drie, waarbij Pleuni als verantwoordelijke van dienst haar collega’s van de avonddienst informeert. “We vertellen wat er die dag gebeurd is, welke bijzonderheden er waren en waar ze op moeten letten. Zo weten ze precies wat er speelt,” legt Pleuni uit. “De overdracht duurt meestal een kwartier, terwijl mijn collega’s de laatste handelingen op de gang afmaken.” 

Pleuni’s dag zit erop 

Om half vier zit Pleuni’s dienst erop. Haar witte Thebe-jas gaat in de tas – voor de was. “Soms neem ik nog even de tijd om met collega’s te praten, maar meestal stap ik meteen op de fiets naar huis. Dan heb ik zin om mijn kinderen te knuffelen!”